Doorstrijken metselwerk
Doorstrijken van metselwerk wint steeds meer terein. De metselaar is er minder gelukkig mee, omdat het doorstrijken zijn werk verstoord.
Daarom zet men steeds vaker voegers in om de metselaar te ondersteunen. In een goede samenwerking maakt de metselaar meer meters en zorgt de voeger voor een perfect resultaat. Dit gebeurt de laatste jaren steeds vaker. Geheel onterecht wordt vaak veronderstelt dat door het achteraf voegen na het metselen het metselwerk waterdicht te maken is. Niets is minder waar.
Speciaal bij metselwerk waarbij verdiept voegwerk wordt verlangd, heeft doorstrijken de voorkeur ten opzichte van navoegen. Als men doorstrijkwerk maakt dan vervalt het uitkrabben. Het afwerken van de metselspecie gebeurt bij doorstrijken traditioneel met een voegspijker en een pointmaster. Hiermee wordt een heen en weer gaande beweging over de af te werken specie gehaald. Waardoor de voeg de gewenste vorm krijgt. Doorstrijken is een metseltechniek waarbij de metselaar goed vol moet metselen. En na een half uur komt de voeger omdat hij iets meer het specialisme in huis heeft om een mooi resultaat te halen.
Ieder zijn vak!
Doorstrijken levert een duurzame voeg op, maar het vraagt ook wel iets meer dicipline dan gewoon traditoneel voegwerk. Omdat je met doorstrijken niks kunt kamuvleren met de handstoffer. Het moet in een keer glad en vlak zijn.